MENU
Kaart -> Hoorn
Ansichtkaart informatie
30. Mallegomsteeg en Oosterkerk
Meer foto's en informatie |
Uitgever: | 1 Onbekend k 2 Knipsel m |
Buurt: | Hoorn |
Jaartal foto 1: | Augustus 1904 |
Jaartal foto 2: | omstreeks 1900 |
Foto 1 | Foto 2 |
Klik op de afbeelding om deze te vergroten | Klik op de afbeelding om deze te vergroten |
Tekst: Bij foto 1: Uit: 'Hoornse Herinneringen' (uitgegeven in 1972). Een stukje Hoorns historisch stedenschoon dat nu tot 'de dingen die voorbij zijn' behoort: 17e-eeuws huis op de hoek van de nog door hoog geboomte omzoomde Oude Doelenkade en de Mallegomsteeg. Het inmiddels afgebroken huis is thans vervangen door een opslagplaats van een expeditiebedrijf. Een triest voorbeeld hoe een karaktervol stukje oud Hoorn voorgoed verloren is gegaan. De Oosterkerk. Uit: 'Ach Lieve Tijd' (uitgegeven in 1987). Volgens een legende wilden in de vijftiende eeuw twee broers uit de rijke koopmansfamilie Claesz samen een kapel stichten. Maar bij het maken van de plannen kregen zij ruzie. Ieder van hen bouwde toen een eigen kapel aan het Groote Oost. De Corneliskapel ontwikkelde zich tot kloosterkerk en werd na de Hervorming gesloopt. Met de bouw van de Sint Anthoniskapel, nu bekend als de Oosterkerk, werd in 1453 begonnen. Met geld uit schenkingen en legaten van burgers werd de houten Sint Anthoniskapel dertig jaar later vervangen door een stenen gebouw, dat niet veel groter was dan het schip van de huidige kerk. Het kerkje lag aan de rand van de nijvere havenbuurt en onder de kerkgangers waren dan ook veel schippers, vissers en ambachtslieden. In 1493 werd de kerk aan de westkant vergroot met een zijbeuk en in 1519 werd het kerkgebouw uitgebreid met een koor en transept. Dat Hoorn in 1572 de zijde van de Prins van Oranje koos in de opstand tegen de Spaanse koning, veroorzaakte grote spanningen in de stad. In 1573 werden de Hoornse burgers opgeroepen al hun koper, brons en tin naar de Anthoniskerk te brengen, waar er kanonnen van werden gegoten voor de strijd tegen de Spanjaarden. Van dit gebruik als kanongieterij had de kerk zwaar te lijden. Maar nadat de Spaanse vloot in oktober van dat jaar in de slag op de Zuiderzee een gevoelige nederlaag had geleden, braken betere tijden aan. De kerk werd hersteld en kreeg in 1616 een geheel nieuwe gevel, gebouwd in de stijl van de beroemde bouwmeester Hendrick de Keyser. Daarna kwamen de kerkramen aan de beurt. De tien ambachtsgilden die aan de kerk verbonden waren, schonken ieder een schitterend gebrandschilderd raam, evenals de Admiraliteit en enkele Noordhollandse steden. Tegen het einde van de zeventiende eeuw was het gedaan met de welvaart van Hoorn. De Oosterkerk ondervond daar gevolgen van; het gebouw werd nauwelijks meer onderhouden. In de tweede helft van de achttiende eeuw deelde de kerk nog even mee in de pronkzucht van die tijd. Op de galerij in Westfriese rococo werd een reusachtig orgel geplaatst. De twee vensters aan het Groote Oost moesten daarvoor worden dichtgemetseld. In de negentiende eeuw raakte de kerk ernstig in verval. Dak en vensters lekten, het torentje wankelde. Het versleten orgel werd vervangen door een kleiner instrument. Rampzalig was de sloop van de gebrandschilderde ramen. De Oosterkerk werd verhuurd aan allerlei kerkgenootschappen, er werden bazaars en landbouwtentoonstellingen gehouden, concerten gegeven en soldaten gelegerd. Tenslotte was er weinig meer van over dan een bouwval. Omdat het dak op instorten stond, werd in 1969 besloten dat provisorisch te herstellen. Daarbij werden herenbanken, kansel en betimmeringen zo krachtdadig verwijderd, dat een groot deel van het nog aanwezige, zeventiende-eeuwse meubilair onherstelbaar werd beschadigd. Een grondige restauratie, die van 1978 tot 1982 werd uitgevoerd, betekende het behoud van de Oosterkerk, die inmiddels bijna evenveel beproevingen had moeten doorstaan als haar patroon, de heilige Anthonius. |