Bericht: | De bom.
Het is vrijdag 7 juli 1944 als Annie (1919-1999) de trap op loopt van haar huis aan het eind van de Merensstraat. Haar dochter Ans (1941) is zojuist wakker geworden. Annie haalt het kind uit bed en ze schuift het gordijn aan de voorzijde van het huis open. Samen kijken ze nog even naar buiten. De altijd zo drukke (met spelende kinderen) Merensstraat is leeg. De meeste kinderen zitten in de kerk.
Annie neemt Ans mee naar beneden en samen met Theo jr (1940-2022) drinken ze in de keuken een kopje thee.
Dan valt de bom.
Theo sr (1912-1997), de man van Annie, heeft kort tevoren de woning verlaten om naar zijn werk bij de 'Droge Schermer' aan het Kleine Noord te gaan. Op het Koepoortsplein staat hij nog met slager Kaldenbach te praten. Op dat moment vliegt er een grote zwerm geallieerde vliegtuigen, volgepropt met zware bommen voor Duitsland, over hen heen. Maar er gaat iets mis. Twee vliegtuigen raken elkaar in de lucht. Brokstukken en bommen vallen naar beneden. Kaldenbach en Theo kijken samen met angstige ogen naar het schouwspel dat zich in de lucht afspeelt. Ze zien de bommen vallen. Kaldenbach: "Nou Theo, ik zou maar naar huis gaan, ze lijken wel dicht bij jouw huis te vallen". Theo spoedt zich naar huis en ziet, als hij aan het begin van de Merensstraat is, een grote waterfontein van een gesprongen waterleiding. Zo snel hij kan rent hij naar zijn huis. Daar ziet hij zijn totaal vernielde woning. De hele voorgevel ligt er uit en achteraf blijkt dat de hele woning door de grote explosie 20 cm naar achteren is verplaatst. Zijn gezin is gelukkig ongedeerd gebleven, zij hebben kans gezien de woning aan de achterkant te verlaten.
Hoe liep het die dag af?
Het gezin werd die avond in huis genomen door mw Joustra, die drie huizen voorbij timmerman Clay woonde. De dag er na kregen ze tijdelijk onderdak van mw Spitsbergen die aan de overkant woonde. Zo ging dat in de Merensstraat, het was oorlog en men hielp elkaar. Het duurde nog een half jaar, tot in januari 1945 het gezin een huisje aan de Drieboomlaan, tegenover de Binnenblijfstraat, toegewezen kreeg. Al die tijd heeft mw Spitsbergen onderdak verleend. Zij is onze oorlogsheld. En toeval of niet, maar één van de eerste straten die na de oorlog werd opgeleverd draagt haar naam.
Door toedoen van een andere bom is op de Drieboomlaan mw Kramer-Deen overleden. Zij woonde op de plaats waar later de Tyrasstraat kwam.
Op foto 3A is de eerste woning rechts de beschreven woning aan de Merensstraat. We zien Ans op het raamkozijn staan, zij is mijn zus. Rechts achter haar zien we Theo jr, hij is mijn broer. De tweede woning is ook geheel vernield.
Foto 3A is van 1945. De rommel is opgeruimd. En de kinderen spelen al weer op straat.
Hoe liep het af met de bemanningen?
Uit NHD d.d. 20 mei 2020.
De beide ongelukkige vliegtuigen betroffen een Amerikaanse 10-koppige B-17 en een Amerikaanse 11-koppige B-17-G.
Van de B-17 overleden 5 bemannningsleden direct bij de crash. De vijf anderen kwamen met hun parachutes behouden op de grond. Zij werden door de Duitsers gearresteerd.
Van de B-17-G overleden 8 bemanningsleden bij de crash. De drie anderen kwamen behouden op de grond. Maar niet alledrie werden door de Duitsers gepakt. Twee wel, maar Arthur Brown wist uit hun handen te blijven. Hij hield zich dagenlang schuil en werd uiteindelijk in Venhuizen door het verzet binnengehaald. Arthur Brown raakte een korte periode actief betrokken bij het verzetswerk. Hierna deed hij een poging Engeland te bereiken en slaagde daarin via de smokkelroute via Spanje. |