MENU
Kaart -> Walingsdijk
Ansichtkaart informatie
De Mollenboot bij de bocht in de Walingsdijk
Meer foto's en informatie |
Uitgever: | Onbekend |
Buurt: | Walingsdijk |
Jaartal foto 1: | omstreeks 1900 |
Jaartal foto 2: | 2013 |
Foto 1 | Foto 2 |
Klik op de afbeelding om deze te vergroten | Klik op de afbeelding om deze te vergroten |
Tekst: Dit is een wel heel oude foto, gemaakt vanaf de Beemster ringdijk. Het pand in het midden bestond uit twee woonhuizen en een hotel, genaamd Het Boothuis. Er staan drie schoorstenen op. Reizigers konden desgewenst overnachten in het hotelletje. We zien een overdekt terras voor het hotel. In het linker deel woont anno 2013 de familie Wessels. Het middelste en het rechter deel zijn samengevoegd en wordt bewoond door de familie Dikstaal. Rechts zien we in de verte een molen. Deze stond aan het West ter hoogte van de Koningsspil. Het schip op de voorgrond is vrijwel zeker de Warder-Oosthuizen van Jacob Mol. Uit: 'Stoomtrams rond Hoorn' (1982) van J. Kok. Avenhorn werd in 1887 door een rechtstreekse schroefstoombootdienst via de Beemster ringvaart met Purmerend verbonden. Deze dagelijkse stoombootdienst werd geopend door Jacob Mol uit Avenhorn. Mol zag in Alkmaar bij de werf van zijn werkgever een stalen stoompassagiersschip liggen en hij kocht dit schip. Het schip was in 1883 in Rotterdam gebouwd. Mol gaf het schip de naam: Warder-Oosthuizen. De lengte bedroeg 24 meter en de breedte 2,74 meter. Op zondag 29 mei 1887 begon J. Mol met dit schip de stoombootdienst Avenhorn-Purmerend. Voor zijn huis aan de Walingsdijk had hij een aanlegsteiger in de ringvaart laten bouwen. Tijdens de reis naar Purmerend konden onderweg de passagiers nog instappen in Oudendijk, Beets, Oosthuizen, Hobrede en Kwadijk. Mol maakte er een echt familiebedrijf van. Zijn vrouw, Pietertje Spaans, runde de restauratie in de Warder-Oosthuizen, zijn zoon Jan werd machinist en als dekknecht fungeerde het familielid Jacob Mol. In de volksmond kreeg deze stoombootdienst al gauw de benaming 'Molleboot'. In het schip was plaats voor 120 passagiers, verdeeld over een eerste en tweede klasse kajuit. De Warder-Oosthuizen vertrok 's morgens vroeg om 05.35 uur uit Avenhorn. De reizigers kwamen niet alleen uit Avenhorn maar ook uit de omgeving. Rond 19.00 uur keerde de Warder-Oosthuizen in Avenhorn terug. Rond het jaar 1900 werd de dienst terug gebracht tot driemaal per week. Omstreeks 1908 bezat Mol ook een vrachtschip, waarmee hij driemaal per week een vrachtdienst Avenhorn-Purmerend-Zaanstreek uitvoerde; onbekend is wanneer deze vrachtdienst eindigde. In 1921 schafte Mol zijn eerste vrachtauto aan, deze reed nog op massieve banden. De auto werd gebruikt om bestelgoederen, die per schip in Avenhorn waren aangekomen, in de omgeving naar de besteladressen te brengen. In 1938 kwam er een tweede vrachtauto bij. De beurtvaartdienst werd toen terug gebracht tot 1 afvaart per week. Direct na de oorlog werd het schip afgevoerd. De firma Mol werd een autotransportbedrijf en heeft zich gespecialiseerd in het vervoer van kaas. |